tumba
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tum·ba
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Antiliaans - Nederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tumba | tumba's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord tumba staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Oudnoords
Woordafbreking
- tum·ba
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tumba |
tumbar |
tumbaði |
tumbat |
Klasse 1 zwak | volledig |
Werkwoord
tumba
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- tum·ba
enkelvoud | meervoud |
---|---|
tumba | tumbas |
Zelfstandig naamwoord
tumba v
Synoniemen
Verwijzingen
- tumba in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tumbar |
tumba