Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tuin·hek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tuinhek tuinhekken
verkleinwoord tuinhekje tuinhekjes

Zelfstandig naamwoord

het tuinheko

  1. Omheining van een tuin in den vorm van een hek, of de beweegbare afsluiting van een opening in de omheining van een tuin.

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be