Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tuin·bouw·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tuinbouwbedrijf tuinbouwbedrijven
verkleinwoord tuinbouwbedrijfje tuinbouwbedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

het tuinbouwbedrijfo

  1. Een groentetuin waar beroepsmatige groenteteelt plaatsvindt, wordt een tuinderij of tuinbouwbedrijf genoemd.
    • De glastuinbouw is een vorm van een tuinbouwbedrijf 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be