tuimelkruiden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tuimelkruiden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtœyməlˌkrœydə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- tui·mel·krui·den
Woordherkomst en -opbouw
- tuimelkruid zn met de uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de tuimelkruiden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tuimelkruid
- ▸ De populieren schalden, windhozen sleurden tuimelkruiden mee.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'tuimelkruiden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “De lammeren”, 3e druk, ebook (mei 2017), Vrijdag, Antwerpen, ISBN 9789460015700, hfst. Wolven