tuigden af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tuigden af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtœyɣdə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- tuig·den af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aftuigen |
tuigden (…) af
- meervoud verleden tijd van aftuigen
- Wij tuigden af.
- Jullie tuigden af.
- Zij tuigden af.
- Wij tuigden af.
Gangbaarheid
- Het woord tuigden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.