tuien
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tui·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tuien |
tuide |
getuid |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
- overgankelijk met tuien vastzetten
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
de tuien mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tui
Gangbaarheid
- Het woord tuien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tuien" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[5] |