Deens

Woordafbreking
  • trup·pen

Zelfstandig naamwoord

truppen, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van trup


Noors

Woordafbreking
  • trup·pen
Naar frequentie 32620

Zelfstandig naamwoord

truppen, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van trupp


Nynorsk

Woordafbreking
  • trup·pen

Zelfstandig naamwoord

truppen, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van trupp