Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trouw·kist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trouwkist trouwkisten
verkleinwoord trouwkistje trouwkistjes

Zelfstandig naamwoord

de trouwkistv / m

  1. (verouderd) doosje waarin de huwelijkspenning zat die door de aanstaande bruidegom aan de bruid werd gegeven
  2. doosje waarin herinneringen aan de bruiloft bewaard kunnen worden
    • Verras het bruidspaar dan met een met de hand beschilderde trouwkist. Geheel in de stijl en naar voorbeeld van de trouwkaart beschilder ik een trouwkist, met de namen, de trouwdatum, de tijd, de locatie etc erop. In de trouwkist kunnen ze al hun tastbare herinneringen aan de mooiste dag van hun leven, zoals het fotoalbum, de trouwkaart, de kousenband, de give away voor de gasten, de lieve kaarten, de menukaart van het diner etc. bewaren. Een heel origineel persoonlijk huwelijkscadeau en een blijvende herinnering aan de mooiste dag van hun leven.[1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. https://trouwkisten.com/ geraadpleegd 1-MAART-2018