Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trouw in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
introuwen

trouw (...) in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van introuwen
    • Ik trouw in. 
  2. gebiedende wijs van introuwen
    • Trouw in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van introuwen
    • Trouw je in?