Nederlands

Woordafbreking
  • trol·len·le·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trollenleger trollenlegers
verkleinwoord trollenlegertje trollenlegertjes

Zelfstandig naamwoord

het trollenlegero

  1. (internet) groep mensen die een forum of wiki bezoekt om onware of kwetsende berichten te verspreiden om ruzie te veroorzaken of druk uit te oefenen
     SBS-journaliste Merel Ek wordt al dagen bedolven onder haatberichten en bedreigingen van het zogenoemde ‘trollenleger van Forum voor Democratie’[1]
  2. (mythologie) (fantasy) strijdmacht bestaand uit bepaald grote, soms reusachtige, lelijke en onvriendelijk wezens zoals die voorkomen in oude Scandinavische verhalen
     Een trollenleger was Alfenmark binnengevallen en het stond er slecht voor met de elfen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Podcast De Dag: het trollenleger ontleed” (25 oktober 2022) op nporadio1.nl
  2.   Weblink bron “De Elfen” (2012), Luitingh-Sijthoff B.V., Amsterdam, ISBN 9789024557028, hfst. Verloren vaderland