Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trok open
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opentrekken

trok (…) open

  1. enkelvoud verleden tijd van opentrekken
    • Ik trok open. 
    • Jij trok open. 
    • Hij, zij, het trok open. 

Gangbaarheid