Deens

Woordafbreking
  • tricks

Zelfstandig naamwoord

tricks, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van trick
Schrijfwijzen


Engels

Zelfstandig naamwoord

tricks mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord trick

Werkwoord

tricks

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van (to) trick