Nederlands

 
treerad
Uitspraak
Woordafbreking
  • tree·rad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord treerad treeraderen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het treerado

  1. (techniek) een molen met sporten die door spierkracht van mensen of dieren in beweging wordt gebracht
Synoniemen

Gangbaarheid

17 % van de Nederlanders;
22 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen