• treedt in
vervoeging van
intreden

treedt in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intreden
    • Jij treedt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intreden
    • Hij treedt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van intreden
    • Treedt in!