translatief
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: translatief (hulp, bestand)
- IPA: /trɑns.la.ˈtif/, /ˈtrɑns.la.tif/
Woordafbreking
- trans·la·tief
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van translatie met het achtervoegsel -ief [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | translatief |
verbogen | translatieve |
Bijvoeglijk naamwoord
translatief
- (juridisch) door overdracht gebeurend
- De koop is een translatieve overeenkomst, vermits zij resulteert in de overdracht van een vermogensrecht.
- overbrengend
- Er zijn zelfs drukkerijen die vandaag de dag nog steeds zelfklevende etiketten drukken met deze bijzondere translatieve druktechniek.
Vertalingen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | translatief | translatieven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
translatief
- (taalkunde) naamval die een verandering aanduidt
- Translatieven komen voor in talen zoals Fins of Hongaars.
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord 'translatief' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.