Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trans·for·ma·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord transformatie transformaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de transformatiev

  1. omvorming, verandering
     Een jonge kerel uit Seattle zag de trail als een rituele transformatie van jongen naar man.[2]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen