trancheervork
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tran·cheer·vork
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trancheer ww en vork
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trancheervork | trancheervorken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (huishouden) vork om het vlees vast te houden bij het trancheren, voorsnijvork
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord trancheervork staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.