Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trak·taat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord traktaat traktaten
verkleinwoord traktaatje traktaatjes

Zelfstandig naamwoord

het traktaato

  1. een overeenkomst tussen staten of andere politieke machten
    • Er werd een traktaat samengesteld door de staten. 
  2. een verhandeling
Vertalingen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen