Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • tra·ba·jo
enkelvoud meervoud
trabajo trabajos

Zelfstandig naamwoord

trabajo m

  1. werk
  2. baan
  3. werkstuk

Werkwoord

vervoeging van
trabajar

trabajo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van trabajar