Nederlands

 
toverlantaren
Uitspraak
Woordafbreking
  • to·ver·lan·ta·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toverlantaren toverlantarens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de toverlantarenv / m

  1. apparaat waarmee men lichtbeelden kan projecteren
     Zijn hele leven kwam hem voor als een toverlantaren waarnaar hij lang bij kunstlicht had gekeken.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1