Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·wen·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

toewenden [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
toewenden
wendde toe
toegewend
zwak -d volledig
  1. gebruiken
    • De onderneming wil de opbrengsten toewenden voor de algemene bedrijfsvoering. [2] 
  2. wederkerend zich toewenden naar: zich richten op
    • Eenmaal op een hoge stellage op het podium in het Concertgebouw plaatsgenomen met haar partner, de Marokkaan Alain Louafi uit de school van Maurice Béjart (gevraagd voor de eerste uitvoering), bleken al die gebedsgesticulaties rijk aan betekenis. Soms direct herkenbaar wanneer men plotsklaps het hoofd zijdelings naar het orkest toewendde, want dat stond voor absolute stilte. Of wanneer men de hand naar de oorschelp bracht, wat een echo aankondigde. [3] 
    • Paul verbindt in zijn boek secularisatie aan verlangen. Secularisatie is dan niet in de eerste plaats een zaak van kerkelijke statistieken, maar een proces dat zich voltrekt in het menselijk hart. Van secularisatie van verlangen is sprake als mensen hun verlangens gaandeweg meer vervuld willen zien in het hier en nu; als ze zich toewenden naar het ”saeculum”, de ‘tijdgeest’ van de wereld die voorbijgaat. [4] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf 17 mei 2017 Unibail-Rodamco haalt miljard op
  3. NRC Ernst Vermeulen 26 januari 1998 Stockhausens Inori: religieus en lichtend spiritueel
  4. Reformatorisch Dagblad Jurriën Dekker 25-09-2017 Meelevend lid en toch geseculariseerd
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be