Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toet·sings·ka·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toetsingskader toetsingskaders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het toetsingskadero

  1. Een model, meetlat voor zekere van belang geachte zaken (meestal in het bestuurlijk vlak)

Gangbaarheid