Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·stak

Werkwoord

vervoeging van
toesteken

toestak

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toesteken
    • ... dat ik toestak. 
    • ... dat jij toestak. 
    • ... dat hij, zij, het toestak. 

Gangbaarheid