Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·snijdt

Werkwoord

vervoeging van
toesnijden

toesnijdt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toesnijden
    • ... dat jij toesnijdt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toesnijden
    • ... dat hij toesnijdt.