toeliepen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe·lie·pen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toelopen |
toeliepen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toelopen
- ...dat wij toeliepen.
- ...dat jullie toeliepen.
- ...dat zij toeliepen.
- ...dat wij toeliepen.