Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·haalt

Werkwoord

vervoeging van
toehalen

toehaalt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toehalen
    • ... dat jij toehaalt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toehalen
    • ... dat hij toehaalt. 

Gangbaarheid