• toe·fluis·tert
vervoeging van
toefluisteren

toefluistert

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toefluisteren
    • ... dat jij toefluistert. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toefluisteren
    • ... dat hij toefluistert.