Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toast·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het toastjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord toast
  2. dim. tant. (voeding) klein dun soort beschuitje vaak geserveerd bij drankjes om met kaas of ander hartig beleg te worden gegeten

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen