to do
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- to do
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | to do | to do's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het to do o
- taak die je nog van plan bent uit te voeren
- ▸ Het gevoel van overwinning dat de eerste to do van de dag af is zorgt voor een positieve instelling.[1]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord to do staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Brit Verwijk“Moet je nou wel of niet het bed opmaken in de ochtend?” (17 december 2023) op vtwonen.nl