Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • to do
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord to do to do's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het to doo

  1. taak die je nog van plan bent uit te voeren
     Het gevoel van overwinning dat de eerste to do van de dag af is zorgt voor een positieve instelling.[1]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Brit Verwijk
    “Moet je nou wel of niet het bed opmaken in de ochtend?” (17 december 2023) op vtwonen.nl