tjaptjoi
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tjap·tjoi
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Chinees, in de betekenis van ‘Chinees gerecht’ voor het eerst aangetroffen in 1968 [1]
- uit het Chinees [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tjaptjoi | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (voeding) Chinese rijstschotel met vlees en groenten
- Je kent ze wel, tjaptjoi, loempia en bami, gerechten die overal precies hetzelfde smaken en er steevast eender uitzien. Mijn vrouw heeft altijd geweigerd om aan die goedkope en gemakkelijke trend mee te doen. Ze kon het ook niet; daarvoor hield ze teveel van de verfijnde Vietnamese keuken. Maar de prijs die we voor deze keuze betalen, is soms hoog. We moeten veel geduld oefenen. Het duurt lang voor de mensen beseffen dat we geen gemiddelde Aziaat zijn en geen volkskeuken voorschotelen.[3]
- Iedereen kent ze. De Chinees in het dorp, of op de hoek, met rode tapijten op de vloer met draak-en-feniksmotieven en op z'n minst een aquarium met goudvissen, maar liever een vijverpartij met koikarpers. En met onverwoestbare klassiekers op de menukaart als foeyonghai, babi pangang en tjaptjoi.[4]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tjaptjoi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tjaptjoi" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "tjaptjoi" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tjaptjoi op website: Etymologiebank.nl
- ↑ de Standaard 29 JUNI 2002 Barbara Bernard
- ↑ Volkskrant Pay-Uun Hiu 8 oktober 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be