tinktinkgraszanger

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • tink·tink·gras·zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tinktinkgraszanger tinktinkgraszangers
verkleinwoord tinktinkgraszangertje tinktinkgraszangertjes

Zelfstandig naamwoord

de tinktinkgraszangerm

  1. (zangvogels) Cisticola textrix   een vogel uit de familie Cisticolidae  , een recent afgesplitste familie binnen de zangers van de Oude Wereld. Deze soort komt voor in zuidelijk Afrika en telt 5 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie