tijdbank
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tijd·bank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tijd en bank
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdbank | tijdbanken |
verkleinwoord | tijdbankje | tijdbankjes |
Zelfstandig naamwoord
- een bank waar mensen als ze een uurtje gewerkt hebben daar geen geld voor krijgen maar dat op hun rekening kunnen storten om daar later iemand mee te betalen.
- De werklozen gaven hun tijd aan de tijdbank om zo de medemens te helpen en de economie in gang te houden.
Gangbaarheid
- Het woord 'tijdbank' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.