thomisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tho·mis·me
Woordherkomst en -opbouw
- eponiem met het achtervoegsel -isme afgeleid van Thomas en , namelijk de 13e-eeuwse Italiaanse theoloog Thomas van Aquino , in de betekenis van ‘leerstelsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1899 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | thomisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het thomisme o
- (filosofie) (religie) (rooms-katholiek) stroming die uitgaat van het gedachtegoed van Thomas van Aquino
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord thomisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "thomisme" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ thomisme op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "thomisme" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be