tevredenstelde
- te·vre·den·stel·de
vervoeging van |
---|
tevredenstellen |
tevredenstelde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van tevredenstellen
- ... dat ik tevredenstelde.
- ... dat jij tevredenstelde.
- ... dat hij, zij, het tevredenstelde.
- ... dat ik tevredenstelde.