Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·win·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugwinnen
won terug
teruggewonnen
klasse 3 volledig

Werkwoord

terugwinnen

  1. overgankelijk een eerder verlies goedmaken
    • Deze maand is voor het eerst fosfaat teruggewonnen uit Utrechts afvalwater.. 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be