terugkijken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: terugkijken (hulp, bestand)
Woordafbreking
- te·rug·kij·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van terug bw en kijken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
terugkijken |
keek terug |
teruggekeken |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
terugkijken
- inergatief een blik werpen in achterwaartse richting
- Toen hij terugkeek naar de andere oever zag hij een vlucht steltlopers overvliegen.
Gangbaarheid
- Het woord terugkijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "terugkijken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be