terugkerends
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: terugkerends (hulp, bestand)
- IPA: /ˈtrʏxkerənts/, langzaam uitgesproken /t(ə)ˈrʏxkerənts/
Woordafbreking
- te·rug·ke·rends
Woordherkomst en -opbouw
- terugkerend met de uitgang -s
Bijvoeglijk naamwoord
terugkerends
- partitief van de stellende trap van terugkerend
- Hij beschreef de tijd als iets voorbijgaands en toch steeds terugkerends. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'terugkerends' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Abdolah, K.Kom mijn liefste (27 december 1999) op website: Volkskrant.nl; geraadpleegd 2016-11-05