Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ter·mi·na·tief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord terminatief terminatieven
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de terminatiefm

  1. (taalkunde) een naamval die in het Nederlands omschreven zou worden met "tot aan"
    • Het Baskisch kent een terminatief. 
Vertalingen
stellend
onverbogen terminatief
verbogen terminatieve

Bijvoeglijk naamwoord

terminatief

  1. (taalkunde) begrensd door een einde
    • "Een appel eten" is terminatief; "een kar duwen" niet-terminatief. 

Gangbaarheid

Meer informatie