Nederlands

 
tak gebruikt als tentpaal
Uitspraak
Woordafbreking
  • tent·paal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tentpaal tentpalen
verkleinwoord tentpaaltje tentpaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de tentpaalm

  1. een stok waarmee het tentdoek omhoog gehouden wordt
     De Amerikaanse Nationale Jamboree wordt dit jaar gehouden op een terrein van het Amerikaanse leger in Virginia. De organisatoren wilden geen bijzonderheden geven over het ongeluk, maar volgens de krant Washington Post was een metalen tentpaal in aanraking gekomen met een elektrische leiding.[2]
     Wandelstokken? Inderdaad, ik was met de trend meegegaan en had een paar Leki Thermalite-wandelstokken aangeschaft. Deze deden ook dienst als tentpalen, twee vliegen in een klap dus. In totaal scheelden deze multifunctionele stokken mij 350 gram aan gewicht.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Vier scoutsleiders geëlektrocuteerd op Jamboree” (26/07/2005), De Standaard
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers