televisiemeubeltje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·le·vi·sie·meu·bel·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het televisiemeubeltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord televisiemeubel

Gangbaarheid