Spaans

enkelvoud meervoud
teja tejas

Zelfstandig naamwoord

teja v

  1. dakpan

Werkwoord

vervoeging van
tejar

teja

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tejar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tejar
vervoeging van
tejer

teja

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tejer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tejer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tejer