Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·goed·bon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tegoedbon tegoedbonnen
(tegoedbons)
verkleinwoord tegoedbonnetje tegoedbonnetjes

Zelfstandig naamwoord

de tegoedbonm

  1. Bon met vermelding van het bedrag dat bij een volgende aankoop als korting wordt gegeven.
    • Als je in een winkel een product wil ruilen krijg je vaak een tegoedbon in plaats van geld. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be