Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·gen·wer·ping
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tegenwerping tegenwerpingen
verkleinwoord tegenwerpinkje tegenwerpinkjes

Zelfstandig naamwoord

de tegenwerpingv

  1. bezwaar
    • Ondanks enige tegenwerpingen van de oppositie wist de minister het voorstel aangenomen te krijgen. 
     En boven op de praktische tegenwerpingen kwam het rechtssysteem.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be