Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·gen·voor·stel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tegenvoorstel tegenvoorstellen
verkleinwoord tegenvoorstelletje tegenvoorstelletjes

Zelfstandig naamwoord

het tegenvoorstelo

  1. een voorstel als antwoord op een voorafgaand voorstel
    • Ik ben momenteel een tegenvoorstel aan het indienen. 
Vertalingen

Gangbaarheid