tegenpaus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·gen·paus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tegenpaus | tegenpausen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tegenpaus m
- iemand die de pauselijke titel opeist zonder door het Vaticaan als paus erkent te zijn
- ▸ Gregorius XII, geboren als Angelo Correr, was paus in een uiterst woelige tijd, waarin geregeld tegenpausen opdoken die het leiderschap van de kerk opeisten.[3]
- ▸ De meest gekozen naam onder de ruim 260 pausen is Johannes geweest. Johannes XXIII, die de kerk bestuurde van oktober 1958 tot juli 1963, was echter niet de 23e met die naam, maar de 21e. Paus Johannes X heeft nooit bestaan en paus Johannes XVI was een niet door het Vaticaan erkende tegenpaus.[4]
- (figuurlijk) iemand die het leiderschap opeist terwijl er al een leider is
Synoniemen
- [1] antipaus
- [2] tegenkandidaat
Vertalingen
1. iemand die de pauselijke titel opeist zonder door het Vaticaan als paus erkent te zijn
Gangbaarheid
- Het woord tegenpaus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tegenpaus" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ tegenpaus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Celestinus en Gregorius gingen Benedictus voor” (11-02-2013), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Johannes XXIII was eigenlijk de 21e” (08-03-2013), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be