tegendemonstrant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·gen·de·mon·strant
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tegen en demonstrant zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tegendemonstrant | tegendemonstranten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tegendemonstrant m
- iemand die protesteert tegen mensen die demonstreren
- ▸ Op de demonstratie waren ook tegendemonstranten afgekomen. "Die riepen: 'nazi's raus, nazi's raus'", zegt Van de Hulsbeek. "Maar de demonstranten in de stoet riepen dat mee, omdat ze zichzelf geen nazi vinden en de leus gewoon meescandeerden."[1]
- ▸ Patrick Hutchinson uit Londen hielp een tegendemonstrant die gewond raakte tijdens een protest.[2]
Gangbaarheid
- Het woord tegendemonstrant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Toename besmettingen weerhoudt duizenden in Berlijn niet van protest” (ZA 1 AUGUSTUS 2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Zwarte man die tegendemonstrant wegdroeg: 'We hebben een moord voorkomen'” (15-06-2020), NOS