Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tar·taan
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord tartaan tartanen
verkleinwoord tartaantje tartaantjes

Zelfstandig naamwoord

de tartaanv

  1. klein Italiaans zeilschip met een grote en kleine mast

Gangbaarheid

38 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen