Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tan·dem·sprong
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandemsprong tandemsprongen
verkleinwoord tandemsprongetje tandemsprongetjes

Zelfstandig naamwoord

de tandemsprongm

  1. een parachutesprong met twee personen tegelijk die aan elkaar zijn vastgemaakt, degene die de parachute draagt is de tandemmaster
    • Om als passagier mee te gaan op een tandemsprong is geen opleiding vereist. 

Gangbaarheid