1. Een rode jurk van taffetas.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taf·fe·tas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taffetas -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

taffetas m / o

  1. lichte, wat stugge stof geweven uit zijde of kunstzijde in een eenvoudig rechthoekig patroon
    • Er kwam sierlijk aardewerk naar Europa uit Damascus, stoffen als zijden taffetas en linnen damast, naar Damascus genoemd. [4]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

8 % van de Nederlanders;
16 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen