Frans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

taffe v

  1. (spreektaal) hijs, trekje
    «J’ai commencé à fumer en tirant une taffe de temps en temps; maintenant, je suis accro.»
    Ik begon met roken door af en toe een trekje te nemen; nu ben ik verslaafd. [1]

Verwijzingen